dinsdag 6 januari 2015

Loopbaanleren

In Nelis en Van Sark (2014) worden de vijf loopbaancompetenties genoemd van het loopbaanleren. Loopbaanleren is eigenlijk het ontwikkelen van je eigen loopbaanverhaal. Dit verhaal is nooit af maakt ontwikkelt zich steeds naarmate je je eigen persoonlijke ik beter leert kennen aan de hand van verschillende ervaringen. De vijf competenties die hierbij horen, zijn:
1. Motievenreflectie: antwoord geven op de vraag: wie ben ik? Bij deze competentie kun je reflecteren op wat je belangrijk vindt in jouw leven, wat je nodig hebt om fijn te kunnen leven en werken en wat het nou is dat jou voldoening geeft.
2. Kwaliteitenreflectie: in deze competentie gaat het erom dat je reflecteert op je vaardigheden en waar je goed in bent, maar ook waar de grenzen liggen van je kunnen. Daarnaast kun je deze kennis gebruiken voor je opleiding of loopbaan.
3. Werkexploratie: in deze competentie draait het erom dat je op zoek gaat naar werk wat aansluit bij jouw kwaliteiten en waarden.
4. Loopbaansturing: gevolgen onderzoeken van mogelijke keuzes en ook actie ondernemen om de opleiding en het werk te laten passen bij de eigen kwaliteiten en motivatie.
5. Netwerken: in staat zijn om contacten te maken en onderhouden die gerelateerd zijn aan de eigen loopbaan.

Wanneer een persoon deze competenties bezit, is de kans op een succesvolle loopbaan groot.


Bron:
Nelis, H. & Van Sark, Y. (2014). Motivatie binnenstebuiten. Utrecht: Kosmos Uitgevers

dinsdag 25 november 2014

Motiveren: belangrijke inzichten

In het boek "Motivatie binnenstebuiten" (Nelis & Van Sark, 2014) is veel informatie te vinden over hoe motivatie werkt, hoe je een kind motiveert en tips en tricks omtrent motivatie. Er is ook een lijst in te vinden van tips voor oduers om hun kinderen te helpen met ontdekken wat hen nou precies motiveert. Daarnaast hebben de makers van het boek ook belangrijke inzichten gehad omtrent motivatie. Die belangrijke inzichten zijn hieronder te vinden.

1. Jongeren hoeven niet alles altijd leuk te vinden. Er zijn dingen die nu eenmaal gewoon moeten. En wanneer je jong bent, is dit best veel. Lang niet iedereen is zelf in staat om in te zien waarom iets goed voor hen is of juist niet. De vraag: "waarom moet ik dat kunnen?" is er een van groot belang. Een kind kan dit zelf nog niet altijd begrijpen. Hoe beter een kind weet waarom hij/zij iets doet, hoe groter de taakwaarde en daarmee de motivatie wordt. 
2. Intrinsieke motivatie is niet het allerbelangrijkst. Volwassenen willen heel graag dat kinderen voor alles intrinsiek gemotiveerd zijn. Ze willen graag de intrinsieke motivatie van buitenaf aanwakkeren. Dit is echter eigenlijk onmogelijk. Je kunt iemand anders jouw mening ook niet opdringen. Dit is feitelijk hetzelfde. Het is de kunst om te accepteren dat mensen voor sommige dingen simpelweg niet intrinsiek gemotiveerd zijn en dit ook nooit echt zullen worden. Het is erg essentieel dat jongeren uit zichzelf (uit eigen beweging) enthousiasme en interesse ontwikkelen voor dingen.
3. Extrinsieke motivatie is niet verkeerd. Jongeren kunnen door extrinsieke doelen wel in beweging komen. Er is sprake van extrinsieke motivatie als de jongere voor werken beloond wordt. Het is niet verkeerd om hard te leren zodat er een goed cijfer voor een toets gehaald kan worden (extrinsiek). Het is vooral belangrijk dat het kind zelf ergens uit eigen wil en motivatie voor kiest, niet zozeer of hij/zij daar nou intrinsiek of extrinsiek voor gemotiveerd is. Meestal begint zo'n proces met geïnspireerd worden, dan gaat het langs de weg van de extrinsieke motivatie, mogelijk wel naar intrinsieke motivatie. Zo kan het plezier vinden in het leren vanzelf ontstaan.
4. Gemotiveerd raken vraagt wel inzet. Motivatie ontstaat alleen als je iets doet. Het is erg belangrijk om dit aan jongeren te vertellen. Het komt niet zomaar aanwaaien; je moet er zelf echt wel tijd en moeite in steken. Het is erg belangrijk dat een volwassene dit tegen een kind vertelt; kinderen hebben dit zelf soms niet in de gaten.
5. Geloof dat het met de meeste kinderen toch wel goed komt. Bij de meeste kinderen zitten de ouders wel eens met de handen in het haar hoe ze hun kind toch moeten motiveren, maar meestal komt dit wel goed. Wanneer kinderen ouder worden, lukt het ze vaak steeds beter om doelen te stellen en er moeite in te steken om deze ook te bereiken. Vertrouw erop dat het bij je eigen kind ook goed komt. Als je dit vertrouwen laat merken, bereik je vaak veel meer dan wanneer je wantrouwen laat blijken. Zeg niet te snel: "Dat kan hij niet" of "eerst zien, dan geloven". Daag kinderen uit om te laten zien wat ze kunnen. Vanuit een dergelijke positieve houding kun je erg veel motivatie aanboren.
6. De omgeving kan jongeren helpen om grip te krijgen op hun eigen motivatie. Het beste wat ouders kunnen doen om hun kind te helpen om er grip op te krijgen is zorgen dat alle randvoorwaarden in orde zijn: autonomie, relatie en competentie
7. Ieder kind is ergens voor gemotiveerd. Kinderen die wij "ongemotiveerd" noemen, zijn niet intrinsiek gemotiveerd voor de dingen die wij van ze vragen. Zoals ook al in de workshop benoemd is, is het belangrijk om te ontdekken waarvoor een kind wel gemotiveerd is. Misschien is dat wel muziek, sporten of gamen. Probeer een verband te maken tussen wat ze willen doen en wat ze moeten doen. Je kunt door interesse te tonen in dingen waarvoor een kind wel gemotiveerd is, een gesprek op gang krijgen over dingen die moeten. Informeel leren is sowieso de afgelopen jaren veel belangrijker geworden. Kinderen vinden hun eigen weg buiten school voor informeel leren: ze zoeken vaak zelf uit hoe ze iets kunnen leren, zoals bijvoorbeeld op internet. Er zijn steeds meer voorbeelden te vinden van succesvolle jongeren die hun doel bereiken buiten de gebaande paden. 



vrijdag 14 november 2014

Powerpointpresentatie van de workshops

Tijdens de workshopavonden van afgelopen week, vroegen enkele ouders mij om de powerpoint van deze avonden ook op de weblog te plaatsen. Vandaar dit bericht, mét de powerpointpresentatie. De presentatie is hier te vinden.

donderdag 6 november 2014

Hoe schrijf je je in voor een opleiding?

Voor havo/vwo-leerlingen is de aanmelding voor een opleiding vrij eenvoudig. Je meldt je aan via studielink voor een opleiding. Ook opleidingen met een selectie of loting moeten op deze manier aangemeld worden. Let wel op: er kan maar voor 1 lotingstudie ingeschreven worden, maar er kunnen wel meerdere voorkeurslocaties opgegeven worden. Aanmelden voor een opleiding kun je hier doen.

Voor vmbo-leerlingen is dit aanmelden iets ingewikkelder. Iedere vmbo-t-leerling vult een overdrachtsdossier in voor een opleiding via Intergrip. Hierin geeft de leerling ook aan welke opleiding hij/zij gaat volgen. Dit geldt echter alleen bij het Summa College ook meteen als inschrijving voor de opleiding. Bij alle andere opleidingen moet de leerling zich nog aanmelden voor de opleiding via de website van de opleiding zelf. Deze opleidingen maken ook wel gebruik van Intergrip, maar niet als aanmeldsysteem. Zij maken enkel gebruik van Intergrip voor het overdrachtsdossier van de leerling.

Hoe vraag je studiefinanciering aan?

Wanneer je je gaat aanmelden voor een opleiding, is het van belang om ervan op de hoogte te zijn of je recht hebt op studiefinanciering en wat de laatste ontwikkelingen zijn op dit gebied.

De regering is nu bezig om te beslissen over het voorstel om studiefinanciering om te zetten in een sociaal leenstelsel. De OV-kaart en de aanvullende beurs blijven gewoon. Ook blijft de studiefinanciering voor het MBO gewoon bestaan. De meest recente ontwikkelingen op dit gebied zijn hier te vinden.

Om te kijken hoe studiefinanciering precies werkt, kun je hier kijken. Hier kun je checken of (en hoeveel) studiefinanciering je kunt krijgen. 

Om daadwerkelijk studiefinanciering aan te vragen, heb je een DigiD nodig. Dit is het digitale paspoort om in te kunnen loggen bij overheidsinstanties. Een DigiD aanvragen kun je hier doen. U ontvangt dan uw DigiD activeringscode binnen 5 dagen per post. Veelgestelde vragen (en antwoorden daarop) over DigiD kunt u hier vinden.

Met je DigiD kun je dan eindelijk studiefinanciering aan gaan vragen. Let op: hiervoor heb je het verzamelinkomen van beide ouders nodig. Hier kun je studiefinanciering aanvragen.





Handige weblog studiekeuzekind.nl

Hermien Miltenburg heeft een weblog, met ouders als doelgroep, waarop zij zelf artikelen publiceert en waarop ook artikelen te vinden zijn die geschreven zijn door decanen, studenten en ouders. Deze weblog is hier te vinden.

Wat vraag je op een open dag?

Op een open dag of meeloopdag is het belangrijk om goede vragen te stellen. Anders bestaat de kans dat je vooral wordt overdonderd door de grote hoeveelheid informatie en indrukken die je daar over je heen krijgt. Denk dus van tevoren na over wat je precies te weten wilt komen. Een handige tool daarbij is een lijstje met vragen wat in samenwerking met de decaan van het Heerbeeck College en met www.studiekeuze123.nl is opgesteld. Dit lijstje kun je hieronder vinden.



Voorbeeldvragen die je op een open dag/meeloopdag kunt stellen

Ø      Wat houdt de opleiding precies in?

Ø      Wat is het verschil tussen de opleiding op deze onderwijsinstelling en de opleiding op andere locaties? Waarin onderscheidt deze opleiding zich van andere scholen?

Ø      Waarom heb jij gekozen voor deze opleiding?

Ø      Wanneer pas je echt bij deze opleiding?

Ø      Hoe is jullie ervaring met uitval van studenten? En wat is dan vaak de reden van uitval?

Ø      Wat zijn de toelatingseisen om te kunnen starten aan deze opleiding?

Ø      Wat voor vakken krijg je? Of welke vakken zijn erg belangrijk tijdens deze opleiding?

Ø      Moet je veel in groepjes werken of juist meer individueel?

Ø      Wanneer ik niet voldoende studiepunten haal (in het eerste jaar), welke consequenties heeft dat dan voor mij?

Ø      Op wat voor soort werkplekken/stageplekken kun je terecht komen met deze opleiding?

Ø      Hoeveel contacturen heb je per week?

Ø      Zijn er bepaalde vakken die iedereen moeilijk vindt? Heb je tips om dit vak toch te halen?

Ø      Hoe worden de kennis en/of vaardigheden getoetst?

Ø      Is er een introductiekamp? Zo ja: wat houdt het introductiekamp in?